Incontinentie

Uit bevolkingsonderzoek onder mannen ouder dan 40 jaar blijkt dat het percentage van matige tot ernstige incontinentieklachten varieert
tussen de 20% en 25% en dat deze toeneemt met de leeftijd. Bij volwassen vrouwen is dit 25% tot 50%.

Incontinentieproblemen kunnen gepaard gaan met aanzienlijke negatieve gevolgen voor de kwaliteit van leven.
Incontinentie kan voorkomen na een operatie, een zware bevalling, tijdens de overgang, door een verzakking of bijvoorbeeld bij suikerziekte.
Bij incontinentie (verlies van urine of ontlasting) kan oefentherapie een goede verbetering geven.

De therapie bestaat uit:
- Oefeningen om alle spieren in het gebied (bekkenbodem) goed te leren gebruiken en je een goede houding aan te leren.
- Voorlichting over hoe blaas-, darm-, baarmoeder-, en bekkenbodemspieren werken en waarom het soms niet goed gaat.
- Leren om in het dagelijks leven zo goed mogelijk met de klachten om te gaan.
  Zodat bijvoorbeeld sportbeoefening weer mogelijk is zonder incontinentieklachten.